De wind kan hard en zacht waaien, dat weten wij allemaal. Hoe hard, en hoe zacht, daar gaan we het vandaag over hebben. Eerst maar eens kijken hoeveel blaaskracht de kinderen zelf hebben: we starten met een wedstrijdje watje blazen, wie lukt het het eerst om het watje aan de overkant van tafel te blazen?
Lekker moe geblazen bekijken we een dia van de schaal van Beaufort.
Iedere windkracht heeft eigen kenmerken en betekent dat de wind een groeiend aantal meters per seconde aflegt. Dit is lastig om uit het hoofd te onthouden, daarom gaan we een draaiwiel met alle kenmerken maken. Door een papieren schijf met gaatjes te draaien zie je precies wat er gebeurt bij stormachtig weer en hoeveel meter de wind (gemiddeld) per seconde gaat. Iedereen gaat aan de slag met werkbladen, schaar, een splitpen en karton en lijm.
Als iedereen zijn schaal van Beaufort af heeft gaan we naar buiten. Want wat betekent het eigenlijk als de wind 15 meter per seconde gaat? Wij gaan alle windsnelheden uitmeten. Per groepje krijgen ze een paar windkrachten toebedeeld en een meetlint. Er is nog een uitdaging voor de zware stormen: hoe doe je dat als het plein en je meetlint niet tot 30 meter gaan? Nadenken over een oplossing, samenwerken, ze komen er wel uit.
Hieronder de foto’s. Als je deze blog per mail ontvangt en je wilt de foto’s op volle grootte op de site bekijken, klik dan hier.