Planten en groei, dat betekent praten over wortels, stengels, blaadjes. Maar kijken werkt nog beter, daarom gaan we de oude truc van het bonen planten nog een keer doen. Voor we daarmee beginnen mogen de kinderen zelf een indeling bedenken van het plantendeel, de flora, van de natuur.

Dat blijkt nog best lastig, ze moeten even op gang gebracht worden. Uiteindelijk komen ze tot een indeling op uiterlijk: zachte en harde blaadjes, soort bloemen, soort stelen.  Er zijn ook planten die wij gebruiken. Dat is even nadenken, maar daar komen de voorbeelden, de eerste die genoemd wordt is munt, daar kun je thee van maken. Dan volgen andere planten waar je thee van kunt maken, brandnetel bijvoorbeeld. Daarna volgen allerlei etensvoorbeelden, we vragen ze naar de overkoepelende term daarvoor.

We gaan met bruien bonen en erwten in de weer. Wat is het verschil tussen droge en gewelde bonen? Wat zie je als je ze middendoor snijdt? Wat is een boon of en erwt eigenlijk, waarom zijn ze belangrijk voor de plant? Niet om te eten. Hoe lang zou het duren voor er wortels komen, 3 weken? Ze gaan het testen. Ieder krijgt een eigen pot, daarin nat keukenpapier en erwten en bruine bonen tegen het glas zodat je goed kunt zien wat er gebeurt (dat is nog een heel gepruts). Ze krijgen de pot met een observatiepapier mee naar huis, volgende week mogen ze verslag doen van de ontwikkelingen en metingen.

Hier klik je voor foto’s.