Omdat we nog lang niet klaar waren met het menselijk lichaam, hebben we er nog een blok aangeplakt.
Want bijvoorbeeld het hart en de longen waren nog niet aan de beurt geweest, behoorlijk essentieel toch wel.
Op de voor ons gebruikelijke wijze hebben we het onderwerp weer veelzijdig aangevlogen.
Dit is een impressie van de dingen die we gedaan hebben:
- In het kader van de opbouw van botten deden we een proefje daarmee. Dat betekende dat we kippenvleugels kookten en daarna het vlees eraf haalden. De botjes deden we in zure vloeistof om te kijken wat het effect daarvan was. Omdat cola zo bekend staat dat het een heftig goedje is hebben we dat ook geprobeerd (botten nog stevig, maar helemaal bruin geworden, alsof ze heel oud archeologisch opgegraven waren).
- Een hand maken met rietjes als botjes. Door er touwtjes doorheen te rijgen kun je de vingers krommen.
- Moeilijke handtrucjes (youtube) waaruit duidelijk wordt dat oefening noodzakelijk is. Andere oefening waaruit blijkt hoe de pezen in je vingers geregeld zijn.
- Mindmap maken van het hart: wat weten we er al van met zijn allen? (best veel)
- Hoe hard moet het hart werken? Het pompt bij een kind zo’n 2,4 liter bloed per minuut rond (bij volwassenen 4 tot 5 L). Hoeveel dat is hebben we uitgeprobeerd door zelf liters water (rood gemaakt voor het effect) over te pompen van een emmer naar een glazen bak. Vermoeidend!
- De bloedsomloop bestudeerd en er een levensgroot spelbord voor gemaakt om goed in beeld te krijgen dat bloedcellen en zuurstof en voedsel vervoeren naar lichaamsdelen en CO2 en afval mee terug nemen om af te voeren.
- Een leuk proefje in water waarmee we we konden meten hoe groot onze longinhoud is (via een slang je longen leegblazen in een met water gevulde fles van bepaalde inhoud onder water).
- Een ademhalingsoefening waar de kinderen helemaal rustig van werden.
- Een zogenaamde ‘longmachine‘ maken, met een ballon als long in een fles waarvan de bodem is vervangen door een stuk ballon (is dus rekbaar). Als je de bodem naar beneden trekt, ontstaat er een natuurkundig principe: er ontstaat ruimte die de longballon vanzelf vult met lucht. Bodem omhoog en de longballon blaast de lucht weer uit.
- Spieren, hoe werken die en wat kun je ermee?
- Als je iets actief gebruikt, je hersenen of je benen of armen, heeft dat meer zuurstof nodig en er zal dus meer bloed naartoe gaan. Bij je arm zie je de hoofdaderen dik worden, maar ook de hele arm dikker. Meester Hans heeft daar ideale demonstratiearmen voor waar je na wat oefeningen met gewichten de aders als kabels ziet opzwellen.
- Spiergebruik was aanleiding om eens te kijken naar het hefboomprincipe vanuit natuurkundig oogpunt. Als je namelijk iets tilt dat dichter bij het draaipunt is (je schouder of je elleboog) dan is het lichter, verder weg is zwaarder. Dit voelden we aan den lijve door met wijde armen twee gevulde melkpakken een tijd lang te tillen met gestrekte armen (véél moeilijker dan met gebogen armen omdat je daar het gewicht dichter bij het draaipunt hebt.
We deden nog meer onderzoekjes waarmee de kinderen een wetmatigheid konden ontdekken (was nog moeilijk). - De laatste bijeenkomst voor de vakantie konden de kinderen kiezen. Er werd een toneelstuk bedacht, een groepje besprak een paar onderwerpen met behulp van de filosofiekaarten, een paar anderen maakten samen een ganzenbordspel met beweegopdrachten (nog te spelen).
- Bij verschillende onderwerpen ondersteunende filmpjes
- Spaans is een vast onderdeel op vrijdag. We werken wisselend klassikaal en individueel. We hebben bijvoorbeeld een kwisje gedaan over het gebruik van ser en estar, de twee werkwoorden voor zijn in het Spaans.
Het was weer leuk en leerzaam!