De proefjes van vorige week hadden we nog niet besproken, daar begonnen we vandaag mee. Hoe komt het precies dat als je een boek en een papiertje los van elkaar laat vallen het boek eerder de grond raakt, maar als je het papier bovenop het boek legt ze tegelijk landen? De knikkers en de vallende munt komen langs en we doen de proef met inkt in water nog een keer. De druppel valt door de zwaartekracht en wordt in het water afgeremd, dat kunnen we duidelijk zien. Nu vraagt een van de kinderen zich af wat er zou gebeuren als je de druppel van hoger laat vallen. Dat gaan we meteen proberen natuurlijk! Eerst landt de druppel een paar keer naast het glas, maar dan zien we toch duidelijk dat de druppel sneller uit elkaar viel.
We lezen verder in het boekje dat helemaal verkeerd afliep. De kinderen bedenken nog wat extra kleuren groen als aanvulling op het gedicht van vorige keer:
grasgroen, bosgroen, Sarah’s tas-groen, onweerswolkgroen, boombladgroen, dinosaurusgroen, te jonge banaangroen, kotsgroen, kiwi-groen, groene ogen-groen, appelsapgroen, Dikkertje Dap-groen.
Na de pauze is het zover: we gaan knikkerbanen bouwen. In een heerlijk leeg lokaal met lege muren, daar kunnen we met wc-rolletjes en karton en volle rollen schilderstape aan de slag! Dit is een opdracht waarbij het goed is om samen te werken, dat lukt veel kinderen heel goed. Ze moeten dingen uitproberen en problemen oplossen, en dat doen ze. Aan het einde van de ochtend presenteren ze wat ze gemaakt hebben. En demonstreren natuurlijk! Daar heb ik filmpjes van gemaakt, nog leuker om te zien.
Foto’s en filmpjes op Facebook, klik hier