Kolibrie TalentKlas 5-8


kolibrie-avatar

Blog

Blog 01 July 2024

POR, oftewel: Politie, Opsporing en Rechtspraak

Dit blok hebben we ons verdiept in verschillende facetten van POR, zoals we het zelf zijn gaan noemen.

Maar in de eerste week doen we altijd een proefje. We gingen aan de slag met ballonnen, altijd leuk.
Eerst met statische elektriciteit peper van zout scheiden. Peper is veel lichter en plakt dan aan een opgewreven ballon, het vliegt er zelfs naartoe. Erg gaaf om te zien.
Statisch geladen voorwerpen kunnen elkaar ook afstoten. Zo kun je een andere ballon of een piepschuim bolletje in beweging brengen.
En als we toch bezig zijn: duw een ballon in een fles, trek het uiteinde over de hals en blaas de ballon op. Dat lukt dus niet.
Alleen als je eerst de fles in elkaar kneep dan kon het wel. Hoe komt dat dan?! Leuk om te ontdekken en over na te denken.

Zoals altijd begonnen we met verkennen welke kennis er al is over dit onderwerp. Er worden weer mooie mindmaps gemaakt. De een wat uitgebreider dan de ander. De kinderen verzinnen soms woorden waar ik zelf niet aan gedacht had. Dat vinden ze altijd erg leuk, dan moet ik extra woordkaarten maken voor Spaans. Voor Spaans leren we namelijk woorden binnen het thema.

Natuurlijk kijken we filmpjes over het onderwerp. We leren veel van een filmpje over een nieuw ontwerp voor de uniformen van agenten. Voor mijzelf als mode-adept een heel grappige sketch waarin de agent zo opgaat in het showen à la catwalk van zijn uniform dat de dief de kans krijgt om te ontsnappen 😊.

Hoe spoor je een dief op? Naar sporen speuren op de plaats delict natuurlijk. Een van de manieren is zoeken naar vingerafdrukken. Daar deden we zelf ook een testje mee.
Eerst van de hele groep als verdachte vingerafdrukken afnemen, dat op zich was al leuk. En even uitvinden hoe je dat nou het handigst doet. We snapten beter waarom op tv de agent de duim van de verdachte pakt een voor hem ‘stempelt’. Welke inkt gebruik je en hoe hard moet je duwen, allemaal van invloed.

Vervolgens waren allemaal waardevolle voorwerpen (plaatjes uitgeprint en gelamineerd). Per groepje mocht een van de kinderen een voorwerp kiezen en stelen (= zijn vingerafdruk erop plaatsen).

Daarna iedereen aan de slag als agent met een voorwerp van een ander groepje. Poeder erop met een kwastje, een keer met wit en een keer met zwart, plakband erop om het poeder te kunnen overbrengen op wit en zwart papier. Secuur werkje.
Nu bleek hoe moeilijk het was, maar in een paar gevallen werd overtuigend bewijs geleverd dat iemand schuldig was.

Ik speelde voor rechter en liet alle zaken voorkomen. De agenten moesten hun bewijs komen presenteren, verslag doen van hun onderzoek. Grappig, de kinderen kregen er ook iets ‘officieels’ van in hun gedrag.

We gaven ook dit soort opdrachten: een plaatje van een kamer en daaruit deduceren wat je weet van de bewoners door wat je ziet.
Er was een fotoverslag van een leugenaar. Deze deed allemaal uitspraken die in strijd waren met de werkelijkheid zoals die was vastgelegd. Goed luisteren en goed kijken om al die leugens te ontmaskeren.

De kinderen kregen een moordmysterie waarbij ze de dader moesten  opsporen. Dat kon door voorwerpen te koppelen met specifieke verdachten.
Bij iedere verdachte hoorde natuurlijk een verhaaltje met details.
Daarna mochten ze hun eigen versie maken.

Iemand naar de gang, de rest mag als getuige omschrijvingen geven van die persoon, zodat er een compositietekening van gemaakt zou kunnen worden en/of een opsporingsomschrijving. Nu bleek dat je lang niet altijd precies goed herinnert.

Een hit bleek het spel ‘Wie heeft het gedaan’. Daarbij moet je erachter komen wie de dader is doordat de spelleider verschillende kaarten als ‘schuldig’ of ‘onschuldig’. Als je dit vaker speelt kun je steeds sneller concluderen.

Wat ook erg leuk was: een lijst met bedragen van bekeuringen geven en vervolgens daar wat sommen op loslaten. Ze waren wel onder de indruk van de bedragen die daarmee gemoeid zijn.

Met Spaans veel soorten activiteiten gedaan. Ze leerden het zinnetje ‘robo …’. Dat betekent ‘ik steel’. Ze mochten zelf verzinnen wat ze gingen stelen en dat opzoeken in een woordenboek. Daar gingen ze heel actief  mee aan de slag.