Het laatste blok van dit jaar ontstond eigenlijk vanwege het thema van de proefjes, die gingen over duurzaamheid.
Milieu en zo, daar valt veel over te zeggen en te leren.

Natuurlijk eerst het onderwerp verkennen met een mindmap:

Vandaar dat onze eerste proef ging over het scheiden van verschillende soorten plastic. Er blijken allemaal codes op te staan die aangeven met welke soort je te maken hebt.
Nadat we die codes hadden geleerd startte het grote plastic afval scheiden.
Alle kinderen hadden wat meegenomen en zo ontstond eerst een grote chaos, maar zo kregen we inzicht over de verschillende soorten.
Daarna met een proefje ontdekt dat sommige soorten blijven drijven en andere zinken. Voeg je zout aan het water toe, dan kwam een soort dat eerst zonk nu bovendrijven. We hadden het dus over dichtheid, hoe zwaar iets is per L ten opzichte van elkaar.

Een andere proef die erg aansloeg: zelf bio-plastic maken. In de weer met pannetje, water, aardappelzetmeel en glycerine. En wat kleurstof, werd het helemaal leuk.
We moesten even goed uitvinden wat het juiste tempo van verwarmen was en zo.

We hebben ook een les besteed aan voorwerpen die van plastic gemaakt zijn en die we dus eigenlijk liever anders zouden hebben. Kan de functie ook door iets anders gedaan worden? Of kan dit materiaal als het er eenmaal is op een andere manier hergebruikt worden?
Was best lastig, maar bij sommigen kwamen er wel grappige dingen uit. Er waren overigens kaartjes die hielpen om ideeën te krijgen.

Als je over duurzaamheid praat, speelt energie vanzelfsprekend een belangrijke rol. We speelden een spel dat de kinderen echt inzicht gaf in de verschillende belangen en overwegingen die op verschillende niveaus spelen.
We speelden met vier teams: er was een was regering, een gezin, een energiemaatschappij en een milieubeweging.
In drie rondes kregen ze keuzes die meer of minder positief voor de CO2-meter waren (die moest zakken). Aan de keuzes hingen geldbedragen, dus ze konden kiezen hoeveel geld ze ervoor over hadden. Overigens hadden ze allemaal eigen doelen en budget gekregen.
Sowieso vonden ze het geweldig om €2000,- te krijgen (als regering bv.).
De energiemaatschappij moest winst maken, dus andere keuzes.
De regering kon verschillend beleid kiezen. Het grappige was dat er ook een regering was waar de leden onderling ruzie kregen over de beste aanpak.
De milieuorganisatie had grote doelen, maar niet zoveel mogelijkheden om die waar te maken.
Heel realistisch was het allemaal!
En dus heel leerzaam.

Onze ecologische voetafdruk geeft weer hoeveel impact we hebben op de aarde door ons gedrag. Een filmpje legde heel goed uit hoe dat berekend wordt.
De kinderen konden daarna zelf sommen maken met verschillende voedselbronnen waaraan steeds een aantal vierkante hectometers gekoppeld was. Dat was echt goed opletten en gegevens combineren. De een deed dat makkelijker dan de ander.

Gewoon leuk: een bingo met plaatjes die allemaal met het milieu te maken hebben. Natuurlijk bespraken we eerst waar die plaatjes voor staan.
We hadden ook een bordspel dat over milieukeuzes ging, denk: ‘je bent op de fiets naar je werk gegaan met de auto, ga 4 stappen vooruit’.
Als er tijd over was konden ze zelf van een print een bordspel maken. (Dat ging meestal meer over stappen voor- of achteruit dan dat het met milieu te maken had. Ze vonden het wel érg leuk).

We hebben ook een onderzoek gedaan naar of en hoeveel verschillende materialen vergaan in de grond.
Van verschillende materialen werden vierkantjes geknipt van een cm2. Die werden in een bak met buitengrond begraven.
Na twee weken zochten we de vierkantjes weer op. (Wat ook leuk was om te ontdekken: er waren allemaal kleine sprietjes opgekomen).
Zo kregen we inzicht wat was verdwenen, en wat er nog was en kleiner was geworden of exact hetzelfde was gebleven.
Wij ontdekten dat plastic en aluminiumfolie en katoen gewoon nog te vinden waren en nog geen pietsie kleiner geworden waren.
De stukjes sla waren wel verdwenen. Papier was kleiner geworden.
Leuk dat zo bewezen werd dat we zuinig moeten zijn met bepaalde materialen te gebruiken.

Ik had Spaanse woordkaarten gemaakt met milieuwoorden, afval en zo, maar ik had niet zo’n inspiratie om daar activiteiten mee te verzinnen. Gelukkig bedacht ik dat dieren een belangrijk onderdeel van een goed milieu zijn, en dus gingen we daarmee aan de slag.
Iedereen maakte een eigen woordenboek door de Spaanse woorden bij plaatjes te zoeken en die op te schrijven. Dat sprak de meesten erg aan.
Als het boekje af was waren er verwerkingsbladen.
Uiteindelijk had ik ook een bordspel gemaakt met plaatjes van boederijdieren (leve photoshop!) en een bingospel met dierentuindieren. Heel effectief om de woorden beter te leren.

Het jaar is omgevlogen, zo terugkijkend.
Fijn om te zien dat we zoveel kinderen gelukkig hebben kunnen maken met wat we doen.

Voor iedereen een heerlijke zomervakantie gewenst!

Daarna zien we elkaar weer op een nieuwe locatie, we gaan verhuizen naar een lokaal van de Delftse Tuin, Maria Duystlaan 2 in Delft.