Oké, met enige vertraging, want dit was ons thema van voor de zomervakantie… Wel zo leuk om toch nog iets over te laten horen.
Heel dankbaar onderwerp, water. Omdat je er heel veel kanten mee op kunt. We hebben er heel wat behandeld in de PlusKlusKlas, maar hadden nog wel een paar weken door kunnen gaan. Helaas (😉), de zomervakantie steekt daar een stokje voor.
Soort van vaste start van een thema, en de kinderen vinden het altijd leuk om mee bezig te zijn. Vaak komt het er ook nog eens mooi uit te zien.
Later nog waterwoorden in groepen laten leggen om te ervaren dat je er categorieën in kan onderscheiden.
Drijven en zinken, ze weten best wat dat is. Maar hoe het precíes werkt, dat is nog wel interessant om meer over te horen.
Heeft met zwaarte in combinatie met oppervlakte te maken.
Dat kunnen de kinderen gaan toepassen in de opdracht om een boot te ontwerpen die zoveel mogelijk knikkers kan houden. Gelukkig hebben we een watertafel in de klas dus we kunnen meteen proef op de som nemen. Eerst tekenen, testen, verbeteren en weer proberen.
Dit kan niet ontbreken, de verschillende verschijningsvormen van water: vaste vorm (ijs), vloeibare vorm en gas (stoom).
En hoewel we het allemaal wel kennen, water dat verdampt bij koken bv., is het toch steeds weer fascinerend om dit van dichtbij te bestuderen, hoe het water verdampt en weer tot druppels condenseert.
Ook een proefje met ijs gedaan. Verschil tussen zout en zoet water en hoe je een ijsklontje aan een draadje kunt laten zweven.
Diep, diep in de zee komen wonderlijke levensvormen voor. Het is daar donker, sommige vissen hebben lichtjes en bijzondere kleuren.
Daar verdiepen we ons in, en daarna kunnen de kinderen hun eigen diepzee-wezen bedenken en maken. Als je hem in tweeën knipt en er een knijper achter plakt kan hij zijn mond openen en sluiten. Leuk om er dan ook een prooi bij te knutselen natuurlijk.
Wat is er nou leuker dan iets maken dat vanzelf vooruit gaat? Als je met een elastiekje een plaatje opwindt, gaat dat draaien als je het loslaat. Als je dat aan een bootje vastmaakt en in het water legt, dan werkt dat als een propellor en gaat het bootje vooruit.
Bootjes werden gemaakt van kleine plastic flesjes. Verschillende technische consequenties ontdekt.
Dit is een geweldige knutsel met een verrassend effect. De kinderen tekenden een onderwaterwezen, mocht echt of verzonnen, een vis, een onderzeeër, een zeemeermin of een duiker of nog iets anders. Dat figuurtje ging onder water duiken, dus moest geplastificeerd worden. En op de goede maat getekend, zodat het door de hals van de fles kon. Maar ook weer niet te klein, want er moest een stuk gebogen rietje achter geplakt kunnen worden. Afijn, sommigen moesten een paar pogingen doen voor het goed genoeg klopte.
Nadat ze een rietje op de rug geplakt hadden, moest het figuurtje verzwaard worden met paperclips. Daarna testen: is het zwaar genoeg? hij mag niet drijven en niet zinken. Als dit klopt kan hij in een vol flesje water. Daar hangt hij dan in het water.
Tot je erin knijpt! dan duikt het duikertje dus naar beneden. (Hoe? water kun je niet in elkaar duwen, lucht wel. Je duwt de lucht in het rietje samen zodat daar plek komt voor water, dat maakt zwaarder dus zakt het figuurtje. Steeds weer leuk om te zien/laten gebeuren.
Nadat ze een rietje op de rug geplakt hadden, moest het figuurtje verzwaard worden met paperclips. Daarna testen: is het zwaar genoeg? hij mag niet drijven en niet zinken. Als dit klopt kan hij in een vol flesje water. Daar hangt hij dan in het water.
Tot je erin knijpt! dan duikt het duikertje dus naar beneden. (Hoe? water kun je niet in elkaar duwen, lucht wel. Je duwt de lucht in het rietje samen zodat daar plek komt voor water, dat maakt zwaarder dus zakt het figuurtje. Steeds weer leuk om te zien/laten gebeuren.
Om de longen te oefenen en een beetje ‘oog-hand-coördinatie’ en om te ervaren dat water en vet niet mengen: Eerst een weggetje tekenen met vetkrijt (dubbele lijnen!), daarna een druppel erop pipetteren en blazen door een rietje. Je kon het zo moeilijk maken als je wilde.
Jeej! Heksensoep maken. Of in ieder geval van alles door water uit de sloot mengen waardoor het echt en zichtbaar niet schoon was.
Daarna bouwden we van petflessen waterzuiveringinstallaties. Die werkten echt! Een laag kiezels, zand en steenkool (geplet van blokken voor de bbq) bleken heel goed het water te kunnen reinigen, het kwam helder in de opvangbak beneden gedropen.
Dat wisten ze wel: met kieuwen. Maar hoe werkt dat dan precies, en hoe ziet dat eruit?
Een filmpje legt uit, en zelf kijken en onderzoeken kan ook: we hebben een grote vis bij de Visbanken gekocht om te bekijken in de klas.
Daar hoort ook een geur bij…
Wie durfde raakte aan, anderen keken liever uit de verte.
We hebben geluisterd naar het lied ‘Wie gaat er mee, op een fietstocht door de zee’ van Herman van Veen..
Daarna hebben ze zelf iets geschreven over wat je tegen kan komen in de diepzee.
De watertafel stond er, er waren buisjes die je met elkaar kan verbinden, bakjes en trechters, overhevelslangen, kortom, wie wilde kon van alles spelen met water. Zelfs was er een keer een plein vol water. Niet gepland, wel leuk.
Zoals altijd zijn we iedere week ook op verschillende manieren bezig met themawoorden in het Spaans.
Stiekem of expliciet oefenen en herhalen we de woorden, zodat we steeds meer woorden weten zonder te spieken.
Los van het thema proberen we regelmatig iets met chemie te doen, proefjes waarbij iets gebeurt zijn interessant en favoriet.
We startten meteen na de meivakantie met proefjes met melk. Dat bestaat uit verschillende bestanddelen die je kunt scheiden als je het gekookt hebt (beetje principe van kaas maken). Van de vaste substantie kun je een vormpje maken. Eerst voelt het een beetje als rubber, kneedbaar, later wordt het hard (en als het niet goed kan drogen gaat he schimmelen, dan lijkt het helemaal op een bepaald soort kaas. Hmm, we deden dit rond Moederdag, zette wel aan het denken over voor de gek houden).
Daarna nog een proefje dat melkregenboog heette. Door een wattenstaafje met afwasmiddel erin te dopen ontdekten we dat de kleuren alle kanten op schoten. Daar kon je leuke kunstwerken mee maken.