Bij het spelen komt Rumis weer eens uit de kast, leuk tactisch bouwen. Ook met tandwielen wordt gebouwd door een jongen die binnenkwam met het verlangen ‘iets wetenschappelijks’ te doen.

We doen een rondje kennismaken met twee nieuwe kinderen en bespreken waarom ze in dit klasje zitten: slim, snel leren waardoor school saai wordt. Alle kinderen bevestigen dat dit bij hen aan de hand is.

We doen als balansoefening de cirkelzwaai met armen omhoog. Belangrijk onderdeel is altijd het navoelen, bedoeld om in je lichaam te komen. Ik ben zelf steeds verrast door het resultaat bij mezelf.

Sprookjes hebben bepaalde kenmerken, we gaan ze langs en bedenken hoe we ze terugzien in verschillende verhalen. Dit is ook wetenschap, je kunt hier als volwassene op studeren en onderzoeken.

Tijdens het eten en drinken doen we raadkoffertjes over sprookjes. Ze mogen een sprookje op een briefje schrijven, dat in het koffertje stoppen en dan moeten de anderen door vragen te stellen raden welk sprookje. De goede vragen bedenken is een mooie uitdaging.

Na het buitenspelen storten we ons op het maken van een doolhof. Eerst bedenken wie naar wat wil lopen (sprookjesthema natuurlijk), daarna een mooie route tekenen, en vervolgens doodlopende weggetjes toevoegen. Ze gaan er helemaal in op en Spaanse kleuren laten we even zitten, zo krijgt iedereen hem af.