Verslag van vrijdag 7-2-20:

• Start met spelen en Spaans.

• Gesprekje over aspecten van hoogbegaafdheid: wanneer vind jij iets saai en wat doe je om dat op te lossen. Dit leeft heel erg merken we meteen, met name op school bij bepaalde vakken. Een minderheid heeft hier afspraken over gemaakt. De oplossing die genoemd wordt: spelen met je handen, tekenen, (stiekem) lezen. Ook genoemd: dat iedereen op je let als je een foutje maakt, je staat bekend om dat je alles weet en goed doet. Dit is niet leuk en legt een druk op je. Anderen herkennen dit. Veel kinderen willen er iets over delen!

• Schatten kort terughalen. We hebben toen ontdekt dat het heel lastig is om op de hand het verschil in gewicht tussen verschillende voorwerpen te bepalen. Dat heeft ook te maken met de hoeveelheid druk die je voelt. Dat wordt anders als je de voorwerpen in een zakje doet en aan je hand of vingers laat hangen, dan voel je het gewicht zonder plaatselijke druk.

• Instructie voor een buitenopdracht: op vier verschillende manieren de hoogte van een boom of gebouw meten.
• Gebruik van verhoudingen (hoe vaak past vriendje in de hoogte van gebouw/liniaal), gelijke zijden bij een hoek van 45 graden, een truc met een spiegeltje en met omklappen van hoogte naar breedte met je potlood (vriendje loopt tot het einde van je potlood, daarna uitpoten hoe ver dat is).
• Je hebt daarvoor nodig dat je ongeveer weet hoe groot een stap van een meter is, hoe groot je zelf bent en hoe hoog jouw ooghoogte is. Dat meten we dus eerst uit.
• Daarna naar buiten en in groepjes uitvoeren. Het is een kwestie van goed kijken en soms ook rekenen. Best lastig!
• Weer binnen verzamelen we de schattingen.