Verslag 31-1-20:

• Spaans: ¿Quien soy? Oftewel ‘wie ben ik’. Spelletje om te oefenen met vragen stellen. Dat doen we na een voorstelrondje voor een nieuw kind.

• We hebben een verjaardag te vieren, gezellig.

• We pakken even terug waar we het vorige week over hadden voor degenen die er niet waren en om op te frissen. Wat is schatten? Het níet gokken, en ook niet meten, het is met een soort handig systeem bedenken hoeveel of hoe groot of hoe zwaar iets ongeveer is. Hoe lang is een meter eigenlijk? Ze gaan meteen uitproberen of een stap van hun de meter benadert. Dat is behoorlijk benen wijd om te halen voor sommigen.

• Iedereen mag om de beurt bepalen in welke volgorde een aantal voorwerpen komt te liggen als je ze van licht naar zwaar moet leggen. Plaatjes op jouw volgorde opplakken, dan gaan we zo zien of het klopt. Grappig, er komen veel verschillende rijtjes. Als je niet aan de beurt bent maak je een opdracht op het werkblad: inschatten hoeveel vogels er in de lucht zijn (ruwe schatting: rond de 4000).

• De kinderen hebben veel behoefte aan de precieze cijfers, ze willen graag weten hoeveel het nou écht is. Zelf zouden ze liever alles meten en wegen.

• We hebben al even laten zien met welke hulpmiddelen je van allerlei dingen kunt schatten/berekenen hoe hoog ze zijn. Volgende keer gaan we naar buiten om te kijken of we dat zelf kunnen.