Vandaag is een grote rol weggelegd voor de neus, die blijkt ook belangrijk bij eten en proeven. Er zijn drie nieuwe kinderen, dat is een mooie aanleiding om het nog even te hebben over wat we vorige week hebben geleerd.
Zout, een belangrijke smaakmaker, maar ook zo noodzakelijk voor de gezondheid dat er oorlogen over zijn gevoerd. Een jongen weet al dat het woord salaris van het woord zout komt (sal in het latijn). We lezen een stuk uit een boek dat helemaal over zout gaat, bij scheikunde natriumchloride genoemd.
We doen een mindfulness-oefening die ‘waaiboom’ heet, geïnspireerd op het weer van vanochtend.
En dan is het proefjestijd! Er staat van alles klaar, we maken drie groepen die langs drie stationnetjes gaan.
Het blijkt dat je met een droge tong niets proeft, als je een afleidende sterke geur ruikt, is het moeilijker om de smaak van appel of peer goed te proeven, de kinderen testen of ze verschil tussen rode en oranje limonade en appelsap kunnen proeven met hun neus dicht. Er is een proef met zout water. En er is een ruikspel, een soort geurmemory: welke potjes horen bij elkaar? Oh ja, en de nieuwe smaak umami, die kun je proeven als je tomaat met sojasaus eet.
We zijn precies op tijd klaar, na een korte nabespreking staan de ouders voor de deur.
Hieronder foto’s van de ochtend. Als je blog per mail krijgt: dit is de link naar de website om de foto’s in groot formaat te zien.