De vorige keer merkten wij dat het wel aardig is om het fenomeen drijven en zinken even expliciet aan de orde te stellen. Dat doen we door eerst verschillende materialen te laten onderzoeken, sommige dingen gedragen zich anders dan je zou verwachten. Uiteindelijk verzamelen we alle drijvende spulletjes bij elkaar en alle zinkende. We kijken of we overeenkomsten vinden die iets verklaren.

Om een latere verklaring te ondersteunen geven we alle kinderen een stuk aluminiumfolie. Zij mogen daarvan een bootje vouwen. Wij gaan de bootjes testen door er knikkers in te leggen. Hoeveel knikkers houdt jouw bootje? De eerste is een soort vlot met opstaande randen. We tellen de knikkers. Er kunnen er wel 92 in voor het bootje zinkt!

Er is ook een kleiner bootje dat al zinkt na 10 knikkers. Drijven of zinken heeft te maken met het oppervlak van de boot en met de zwaarte van de lading. We kijken een filmpje waarin heel duidelijk wordt uitgelegd dat water tegendruk geeft waardoor dingen kunnen blijven drijven. We koppelen naar je eigen lichaam in het zwembad, dat blijft ook beter drijven als je plat op je rug gaat liggen (veel oppervlak, veel ‘tegendruk’) dan als je rechtop op het water gaat staan. Je zinkt dan onmiddellijk.

Deze ochtend maken we de kunstwerken compleet door de tropische vissen op het blauwe papier met koraal te leggen. Mooi geworden! Zie hieronder,klik op een foto voor vergroting.