Werk aan de winkel vandaag: de dino’s van vorige week moeten afgemaakt worden. Als het skelet af is moeten de kinderen een ‘registratieformulier’ invullen. Dat zorgt ervoor dat de kinderen nog wat beter nadenken.Ze moeten opschrijven wat de naam is, hoe groot het dier was en wat voor geluid het waarschijnlijk gemaakt heeft. Er is ook een vak voor bijzonderheden, daar kunnen ze dingen kwijt als: ‘hij is onder water gevonden’, ‘het is een planteneter’, ‘hij had . Een jongen kan maar geen goede naam bedenken, hij neemt dit heel serieus. Hij heeft al in boeken gekeken ter inspiratie maar er komt niets. Ik stel voor om op te zoeken wat zijn achternaam in het latijn is. Dat is een goed idee! Even later schrijft hij op het papier: lapidenti, dat klinkt serieus goed.

Alle kinderen presenteren hun dino en de details.

Dan gaan we verder in de geschiedenis, de eerste mensen verschijnen in de prehistorie. Prehistorie is de tijd voor de geschiedenis waar we geschreven bronnen van hebben, dit is een tijd van ongeschreven bronnen. Eerst even besproken wat bronnen eigenlijk zijn. De kinderen roepen van water en olie, wij moeten even uitleggen dat informatie die je vindt ook een bron kan zijn. Door wat voor soort bronnen weten wij dan iets van de prehistorie, als er niemand is die een dagboek heeft geschreven toen? Er zijn allerlei voorwerpen gevonden, maar ook beelden: op rotstekeningen zijn dieren en mensen te zien. Wij weten dat ze toen leefden als jagers en verzamelaars.

Hoe konden ze die schilderingen eigenlijk maken? Hoe kwamen ze aan verf? (Geen Gamma in de buurt). De kinderen denken na, wat kan er kleur geven. Na een tijdje komen er wat goede ideeën, van bloemen, van bloed, van grassap bijvoorbeeld. Wij laten een dia zien met alle mogelijkheden: wortels, urine, bloed, bessen, gekleurde aarde, eieren, houtskool. Wij gaan ook verf maken vandaag, met ingrediënten uit de natuur. Eerst buitenspelen, en een roertakje zoeken om te gebruiken bij het verf maken.

Dat verf maken is een klusje dat sommigen een beetje smerig lijkt, maar uiteindelijk doet iedereen mee: je start met het breken van een ei in je hand en je laat het wit weglopen zodat je het geel overhoudt. Door het geel mogen ze kleurpoeder roeren (in dit geval paprikapoeder of kerriepoeder). Het is ook mogelijk om een alternatief voor gekleurde aarde te nemen: stoepkrijt met een maalsteen tot poeder schrapen. Iedereen is lekker bezig. Omdat de verf even moet rusten kijken we een filmpje over hoe de jagers vroeger leefden. Daarna maken we een rots, hoe? Door je papier helemaal te verkreukelen tot een grote prop. Ze kijken me verrast aan, kreukelen, dat mag meestal juist niet. Daarna glad strijken, en dan kun je erop tekenen met een takje houtskool en inkleuren met je zelfgemaakte oerverf. Wat doen ze hun best! Er komen dieren en jagerstaferelen op papier, oh nee, rots.

Ter afronding lezen we het eerste verhaal van Lang geleden, De Geschiedenis Van Nederland In Vijftig Voorleesverhalen, dat gaat over de eerste bewoners van Nederland.

Hieronder de foto’s van de ochtend. Ontvang je deze blog per mail en wil je de foto’s op groot formaat bekijken, klik dan hier.