Verslag van woensdag 23 november: Gaaf, vandaag kunnen we kijken of de fossielen die we vorige week gemaakt hebben, gelukt zijn. En dat zijn ze! Maar wat moeten we nog een moeite doen om ze los te krijgen uit de bakjes… We gaan ze met boterhammessen te lijf. Daarna moet soms nog een beetje gebikt worden om het ingegoten voorwerp tevoorschijn te toveren. Het kost wat tijd, maar het maakt het ook wel weer echt. Ik heb zelf nog een echt fossiel bij me uit het Jura, het is wel 165 miljoen jaar oud! Wonderlijk om je te realiseren als je zoiets in je hand houdt.
We werken nog even verder over dino’s. Een filmpje laat ons zien hoe er met uitgegraven botten omgegaan wordt, hoe een onvolledig skelet wordt aangevuld met zelfgemaakte onderdelen.
Daarna mogen de kinderen allemaal een dinoboek pakken en bestuderen wat voor soort vormen er zijn, hoe zo’n skelet er eigenlijk uitziet en ook: wat een ingewikkelde namen ze allemaal hebben! Een leuk boek hiervoor is het Dino-ABC. Maar er zijn nog veel meer boeken! Dino’s is echt een dankbaar onderwerp.
Dan is het onze beurt om te graven naar dinobotten. Per tweetal krijgen de kinderen een bak met zand. Daarin zitten dinobotjes verstopt. Met een pincet moeten ze die eruit vissen en daarna schoonpoetsen met een kwast. Dat is een lekker werkje. Als ze alles gevonden hebben, maken ze op zwart papier een skelet van hun eigen nieuw ontdekte dinosaurus. Ze tekenen met wit potlood de omtrek, daarbinnen zitten ribben, kaken, beenbotten. Niet iedereen krijgt het af, volgende week mogen een paar kinderen er meteen mee starten.
Krijg je deze blog per mail, klik dan hier als je de foto’s op groot formaat op de website wilt zien.