Wat heb ik toch een heerlijk beroep, soms gebeuren er extra gave dingen! Vandaag met name tijdens het buitenspelen. In de ochtend hebben we een filosofisch gesprek, met centraal de vraag: kun je op iedere plek blij zijn?Dit is een van de vragen van ‘Praatplaatjes’. Bij de vraag horen kaarten met opties om over na te denken, bijvoorbeeld kan een ijsbeer blij zijn op een warm eiland? Kun je blij zijn op de Noordpool? De kinderen denken na en vertellen hun gedachten. Er wordt gezegd dat dat de ijsbeer niet blij kan zijn omdat zijn lijf niet geschikt is voor de omstandigheden daar. Een jongen brengt daartegenin dat de ijsbeer zich aan zal passen (‘hebben jullie weleens gehoord van evolutie?’). Door te bespreken of je blij kunt zijn op de Noordpool blijkt ook dat iedereen weer een andere instelling heeft. De een gaat actie ondernemen om het meer naar zijn zin te hebben, de ander realiseert zich meer de impact van altijd koud en binnen zitten.

Waar of hoe voel je eigenlijk dat je blij bent? Het is leuk om te horen dat dat bij iedereen anders kan zijn.

Het gesprek komt uiteindelijk ook op ‘ben je blij op school’? Dat is voor de meeste kinderen afhankelijk van wat ze moeten doen, er is één meisje dat zegt dat dat afhangt van met wie ze is, wat ze doet maakt haar niet uit. Bij een aantal is ook gekoppeld aan een vak. Een jongen laat het zien met zijn hand: soms duim op, soms duim neer, dus over het totaal gezien duim zijwaarts.

Bij het buitenspelen komt het zover dat iedereen mee doet aan een groot groepsspel met verstoppen. Er is alleen een jongen die graag mee wil doen maar dat lukt niet op de manier waarop het nu gespeeld wordt. Het lukt om met zijn allen een plan te bedenken waardoor het wel kan. Het lukt om daarna nog een keer aanpassingen te doen zodat iedereen het snapt en tevreden is. Wat een heerlijkheid om te zien dat er betrokken gespeeld wordt, dat iedereen erbij hoort. Als we binnen zijn, is iedereen enthousiast. We concluderen dat iedereen in ieder geval op deze plek blij is. De kinderen maken een plannetje om na school verder te spelen, misschien willen de vaders en moeders ook wel meedoen!

Ieder maakt een eigen inventarisatie van waarmee je kunt reizen, en waarom mensen reizen. Er is ook een vak waarin ze kunnen schrijven wat ze allemaal meenemen. Sommige kinderen die zeggen heel groot te schrijven, blijken dat eigenlijk ook best kleiner te kunnen.

We delen atlassen uit. Het is de bedoeling dat ze op een eigen kaart van Europa stippen zetten bij de vertrekplaats (Delft in Nederland) en de vakantiebestemming. Maar eerst blijkt het ontdekken van de atlas en wat daar allemaal te vinden is, spontaan heel leuk en leerzaam. Er zijn allerlei soorten kaarten. Je kunt zien hoe warm of koud het is, of er veel of weinig mensen wonen, of er bergen zijn, de plaats waar je oma woont. Oftewel, we hebben een piepklein beginnetje gemaakt en gaan volgende week verder. Kijken of we kunnen berekenen hoe ver je gereisd hebt in de vakantie.

Als je deze blog per mail krijgt, kun je hier klikken om de foto’s op ware grootte te zien. Klik op een foto om een diavoorstelling te starten.