Vandaag gaan we op zoek naar de kleine natuur binnen handbereik, naar kleine beestjes waar je meestal niet zo op let, maar waar heel veel aan te zien is. Om te beginnen inventariseren we welke kleine beestjes de kinderen kennen. Binnen de kortste keren staat het bord vol. We gaan dadelijk ook echte diertjes zoeken, met name pissebedden, want daar willen we een proef mee doen.
We gaan op pad naar de Papaver, heerlijk dat die zo op loopafstand ligt! Halverwege komen we erachter dat we de verzamelbak waar we de gevonden beestjes in zouden doen, zijn vergeten… Juf Elly rent wel even op en neer om hem op te halen. Eenmaal bij de Papaver worden we hartelijk de weg gewezen door een medewerkster. Er is een speciaal kleine beestjesgebied, blijkt. Maar eerst lekker picknicken in deze prachtige omgeving met allerlei soorten planten.
Daarna gaan we met onze schepjes, bak en loepen op zoek. Tussen struiken, aan blaadjes, in bloemen, onder grond en boomstammen. Als je eenmaal de focus hebt, zie je ontzettend veel kleine dieren. Heel fijn dat ik een camera heb die al dat moois ook goed scherp op de foto krijgt!
Eenmaal terug scheppen we de pissebedden op grote witte borden, zodat we ze goed kunnen zien. Hoeveel pootjes hebben ze eigenlijk? Bijna niet te tellen, zo hard rennen ze rond. We zien wel dat het lijfje uit den soort schubben bestaat.
Daarna maken we bakken die verdeeld zijn in twee zones: droog en nat, en donker en licht. We kijken aan welke kant de pissebedden het liefst gaan zitten. Al gauw zien we ze krabbelen naar het natte stuk, en de meeste pissebedden gaan aan de donkere kant zitten. Vraag voor de volgende keer (mogen ze thuis over nadenken): Waarom zouden deze beestjes het liefst op een donkere, vochtige (koude) plek gaan zitten?
Meer zien over deze ochtend? Foto’s vind je op Facebook.
Heb je ideeën voor een volgende PlusKlus-les? Laat het hieronder weten! Tips zijn altijd leuk!